Besluit Bodemkwaliteit
Sinds 1 juli 2007 is het Besluit bodemkwaliteit van kracht. Dit besluit heeft als voornaamste doelstelling het beperken van verontreiniging van de Nederlandse bodem en oppervlakte-wateren. Daarnaast zijn er richtlijnen voor de bevordering van hergebruik van secundaire grondstoffen en het verminderen van het gebruik van primaire grondstoffen. Het Besluit bodemkwaliteit geeft regels voor Bouwstoffen in hoofdstuk 3 en voor grond en baggerspecie in hoofdstuk 4. Grond wordt gezien als een bouwstof die van nature voorkomt in de bodem. Onder grond valt tevens: grind, baggerspecie en gereinigde grond. Onder overige bouwstoffen vallen alle steenachtige materialen wat geen grond is. Te denken valt aan: beton; asfalt; bakstenen; granulaat; slakken; dakpannen.
Het Besluit bodemkwaliteit maakt onderscheid tussen organische en anorganische verontreinigingen. De normen voor toepassing van bouwstoffen op of in de bodem en in het oppervlaktewater zijn gelijk. Op basis van het soort bouwstof, de mate en de uitloging van verontreinigingen worden de bouwstoffen onderverdeeld in categorieën. Aan de diverse categorieën zijn procedurele- en toepassingseisen gesteld. Een en ander is verder uitgewerkt in de Leidraad Bodembescherming.
De uitvoering van het Besluit Bodemkwaliteit is in handen van het Rijk, gemandateerd naar de provincie en de gemeenten. Veel gemeenten zijn nog druk doende met de organisatorische voorbereidingen van de uitvoeringsaspecten van het besluit (beoordelen en registreren van meldingen, toezicht en handhaving en de vrijstellingsregeling).